‘Doordeweekse dingen’ is mijn blog. Over mislukte traktaties, dode poezen, drugs dealende astrologen, falend opvoeden, mijn ontmoeting met Conan de Barbaar en een existentiële crisis in Eurodisney.

Geïnteresseerd kijkt Mei Lan toe hoe het bloed uit zijn neus kolkt

Eurodisney

Eurodisney

20 augustus 2015,   Pam van der Veen

Op de heetste dag van het jaar gaan wij naar Disneyland Parijs. Als we om 11 uur ’s ochtends naar de ingang lopen, staat het kwik al op 34 graden. Mijn man wijst op een jong stel; hij met een tattoo van Mickey Mouse op z’n kuit, zij met Minnie Mouse op haar enkel.

Na zich vergaapt te hebben aan het paleis van Doornroosje, wil onze dochter Mei Lan naar de Frozen sing-a-long show. Die wordt opgevoerd op een podium van wit purschuim dat de illusie van een sneeuwlandschap wekt. Een groep slordig playbackende dansers jast de liedjes uit Disneys grootste kaskraker ooit er in hoog tempo doorheen. Bij de hit Let it go daalt de kunstsneeuw op ons neer en zingt Mei Lan uit volle borst mee. Ondanks alles pink ik een traantje weg.

Eenmaal buiten is het snel gedaan met de ontroering. De warmte slaat als een klamme lap in mijn gezicht. Amechtig publiek verdringt zich om de watervernevelaars die her en der staan opgesteld. Het is zelfs te heet voor de Mickey Mouse- en Donald Duck-figuren. Eén keer zien we een grote beer-achtige verschijning, maar voor we hem kunnen identificeren, is hij al backstage geglipt. Op zijn hoofd af te zetten, waarschijnlijk.

In het onderaardse piratenschip krijgen we enige verkoeling, maar daar vindt Mei Lan het veel te eng. “Ik wil hier weg!” jammert ze, terwijl we langs rammelende skeletten, helse kerkers en blikkerende zwaardgevechten varen. Snikkend klampt ze zich vast aan haar vader. “Waarom moest ik hier van jullie in?!”

Om het goed te maken gaan we in de ronddraaiende theekopjes van Alice in Wonderland. Maar de attractie voor ons in de rij is nóg beter: een jongetje valt van een dranghek, vol op zijn gezicht. Geïnteresseerd kijkt Mei Lan toe hoe het bloed uit zijn neus kolkt. Zijn moeder stelpt het met snoetenpoetsers. Zelf krijg ik nu een wat wee gevoel. De hitte, het urenlange geslenter, het vieze eten, het wachten en de groeiende berg bebloede lappen op de grond eisen hun tol.

Maar weg kunnen we nog niet. Eerst nog het treintje door Fantasyland, waar mijn zweet zich vermengt met dat van mijn obese buurvrouw. Dan de klim naar de hardplastic boomhut van Robinson Crusoë, en het peperdure schmincken als ijskoningin Elsa. In de wachtrij voor het Prinsessenpaviljoen overvalt me een grote leegte en in de botsautootjes van Cars krijg ik twijfels over de zin van het bestaan. Na de tweede ronde in de Vliegende Tapijtjes ben ik dringend aan een gin-tonic toe. Uiteraard is in het hele park geen druppel alcohol te krijgen. Suikerspinnen, reuzenlolly’s en toverijsjes alom, maar met gevloerde moeders die hun wanhoop willen verdrinken – daar kan Disneyland dan weer niks mee.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recent

Archief